Donderdag 5 april
Na een uitgebreid ontbijt bij Bora Bora guesthouse stappen we in de auto, en rijden richting Guanshan. Dat is een rit van zo’n 3 uur. We rijden via Taitung naar Dulan. Het is vandaag een nationale feestdag, dus iedereen in Taiwan is vrij. In Dulan parkeren we de auto bij de Sugar Factory. In deze oude fabriek zijn allerlei creatieve winkeltjes, en een expositie van kunst en schilderijen. Altijd leuk, zo’n plek. We lopen een rondje, en Fred koopt in een winkeltje craftbeer voor later. Nadat we alles gezien hebben, zoeken we een koffietentje. We vinden verderop, aan de doorgaande weg een tentje. Een perfecte koffiie. We lunchen hier ook gelijk, een lekkere pasta met groene pesto.
Om half 4 komen we aan in Guanshan. We komen erachter dat het door de nationale feestdag enorm lastig is om nog een accommodatie te vinden. Blijkbaar gaat iedereen in deze periode op familiebezoek. Het guesthouse wat we op het oog hadden valt enorm tegen, en vraagt veelsteveel geld voor de oerlelijke kamers die ze hebben. We gaan dus nog even verder zoeken. Alleen nadat we 3 of 4 andere, betaalbare opties hebben geprobeerd hebben we nog steeds niks. We zijn vorig jaar ook in Guanshan geweest. We besluiten even langs te gaan bij het guesthouse waar we toen verbleven. Want ook al zit deze vol, we weten dat de jongens die hier achter de receptie zitten goed engels spreken. Hopelijk kunnen zij ons op weg helpen. En jawel. Als we daar zijn en uitleggen dat we niks kunnen vinden, sturen zij een berichtje naar de homestay-appgroep, om te vragen of er nog ergens plek is. Yes! Er is nog ergens een kamer vrij. Het is een klein stukje buiten Guanshan, bij een ouder echtpaar. Ze spreken geen woord engels, maar zijn ontzettend vriendelijk.
We hadden eigenlijk bedacht om 2 nachten in Guanshan te verblijven, alleen hier is maar plek voor 1 nacht. Als we dat met behulp van Google Translate uitleggen, gaan ze gelijk voor ons bellen. Zo lief! Na twee belletjes hebben ze iets voor ons gevonden voor de volgende nacht. Heel fijn! We moeten sowieso nog terug de stad in, om te eten en te pinnen. Op weg daarnaartoe rijdt de gastheer met zijn brommer een stukje met ons mee, om te laten zien waar het andere guesthouse is. Kunnen we gelijk even kijken of het wat is. Het ziet er prima uit. En heel fijn om te weten dat we voor de volgende overnachting al iets hebben, dat scheelt enorm veel zoeken.
We halen eten en drinken, ook alvast voor morgen overdag. Vlakbij de supermarkt is ook een night market. Hier waren we vorig jaar ook! Deze is echt geweldig. Ze hebben hier zoveel verschillende eetkraampjes, ontzettend jammer dat deze zo ver weg is van Nederland. Het liefst ga ik hier elke week naartoe. We gaan bij verschillende kraampjes wat halen. Geroosterde inktvis op een stoke, visballetjes en de meest overheerlijk edamame boontjes ever. Een nadeel is, is dat ik deze nu nergens anders meer kan eten, omdat ze nooit in de buurt komen van de smaak die deze hebben. Na al dat proeven hoeven we geen avondeten meer.
Terug bij de lieve mensen in de homestay praten we nog wat met een van de andere gasten. Een vrouw uit Taipei, die hier met haar moeder en twee zoontjes ook overnacht. Ze spreekt redelijk engels, en geeft ons allerlei goede tips waar je lekker kunt eten in Taipei! Altijd handig.
Vrijdag 6 april
De gastheer had gisteren al aan ons gevraagd hoe laat we willen ontbijten. Gelukkig was het geen probleem dat we vroeg wilden ontbijten. We willen vandaag namelijk, net als vorig jaar, naar de Lisong Hot Spring. Dus om 7 uur zitten we aan de ontbijttafel. We krijgen een drankje wat op koffie lijkt en een broodje. Vanaf Guanshan is het ongeveer 1,5 uur rijden. Eerst over een gewone weg, daarna slingerend door de bergen. Het is een fantastische rit. Ook vandaag is het weer een zonnige dag. Op sommige plekken zijn ze met de weg bezig.
Eenmaal bij het beginpunt aangekomen, staan er behoorlijk wat auto’s geparkeerd langs de weg. We weten van vorige keer dat je de auto ook een stuk meer naar beneden kan parkeren. Dat scheelt weer lopen. We doen een poging en gaan kijken of er nog plek is. Het is een enorm smal pad. Er kan maar 1 auto tegelijk overeen. Voor ons zit ook nog een andere auto. En jawel, er komt een tegenligger aan. Lekker dan. Inmiddels zitten er nog 2 andere auto’s achter ons. Aangezien het dus zo ontzettend smal is, en er aan beide kanten dicht struikgewas staat, wordt dit wel een uitdaging. Een paar automobilisten stappen uit. De tegenligger zegt heel laconiek dat hij er wel even langs gaat. Geen idee hoe hij dat van plan is. Uiteindelijk gaan allevier de auto’s een stukje achteruit, naar een plek waar we nog enigszins aan de kant kunnen (in de bocht), zodat de eigenwijze tegenligger er langs kan gaan. Gelukkig blijft het bij 1 tegenligger. Eenmaal beneden parkeren we de auto op een plek dat je echt niet meer verder kunt. Maar helemaal prima, dit scheelt alsnog heel veel lopen vanaf de verharde weg.
We kennen de route. Je gaat de berg af door een bebost gebied. Het smalle pad is afgezet met touwen. Het is wel 10x drukker dan vorig jaar, vanwege de vakantie van de Taiwanezen. Beneden bij de rivier aangekomen verruilen we onze kleding voor zwemkleding, en stoppen de camera’s en mobiele telefoon in een waterdichte tas. Want hier moet je namelijk eerst de rivier oversteken, en daarna langs een stel rotsen klauteren. Best een onderneming. Echt bizar hoe druk het nu is. Vorig jaar waren we met 5 mensen totaal, dit keer zijn het er wel 100! Wel een hele andere ervaring zo. Maar ondanks de drukte blijft het een indrukwekkende plek. De meeste andere bezoekers zijn Taiwanezen. Behalve wij, is er nog 1 westerse toerist, een jongen uit Canada die hier met zijn Taiwaneze vriendin is. Rond een uur of 3 hebben we het wel weer gezien, en beginnen we weer met de terugweg naar boven toe. We eten ’s avonds bij hetzelfde zaakje waar we vorig jaar ook met Phil hebben gegeten. Heerlijk eten, voor maar 100 TWD!