Pelling

Geplaatst op

Vrijdag 7 december

Vandaag gaan we richting Pelling, in Sikkim. We pinnen geld in Darjeeling voordat we vertrekken, aangezien dat voorlopig niet meer kan. We nemen vanaf de Hill Road een shared jeep richting Jorethang. Daar stappen we over richting Geyzing, om vanaf daar in Pelling uit te komen. Het is de enigste manier om daar te komen. We kopen met z’n vieren 2 extra zitplaatsen, zodat we niet al te krap zitten onderweg.

Zodra we Darjeeling uitrijden krijgen we een fantastisch uitzicht over de bergen, en rijden we langs theeplantages. Het is een supergave reis, door kleine afgelegen dorpjes. Wel is de weg ontzettend gammel, met veel gaten en kuilen in de weg. Gelukkig hebben we weinig tegenliggers, want meestal is de weg vrij smal. Na 2 uur zigzaggend de berg af te hebben gereden, steken we een rivier over. Vlak daarna zijn we bij de grens aangekomen tussen West-Bengalen en Sikkim. We stappen uit, bij een kleine grenspost, om ons paspoort met visum te laten zien. Alles wordt overgeschreven in een groot boek. Wat een papierwerk allemaal.

In Jorethang stappen we uit. We vinden al vrij snel een shared jeep die richting Geyzing gaat. Het duurt alleen even voordat er voldoende medepassagiers zijn, dus het duurt nog even voordat de jeep vertrekt. Ook dit deel van de reis is weer zeer indrukwekkend, door de bergen.

In de loop van de middag komen we aan in Pelling. Het eerste hotel waar we kijken, Kabur, is niks. Pelling is niet zo groot, Remco en ik gaan nog even kijken bij de hotels Simvo en Sonamchen, die allebei in de lonely planet staan. Maar dit is ook niks. Ze vragen ook veelte veel voor een kamer, terwijl het absoluut niet het hoogseizoen is. We kiezen uiteindelijk voor Phamrong. In eerste instantie vragen ze 1800 voor een kamer, maar uiteindelijk krijgen we ‘m voor 700. Een mooi prijsje dus. Vanaf onze kamer hebben we trouwens een superuitzicht, over de Khangchengdzonga-bergtoppen.

We droppen onze tassen, en gaan op pad om het plaatsje te verkennen, en kijken of we ergens een hapje kunnen eten. Het is ontzettend rustig hier, er zijn geen andere toeristen te bekennen. We gaan bij een hotel zitten, waar ook een klein restaurant is. De stoeltjes zijn blauw, van plastic. En als we cola enzo bestellen, geeft hij aan dat hij dat even ergens anders moet halen, aangezien hijzelf alleen maar water heeft. We bestellen spring rolls.

Pelling is een heel schattig dorpje, wat tegen een berg aanligt. Ons hotel staat vrij hoog aan de berg, maar de rest van het dorp ligt een stuk lager.

We lopen langs een hotel, waar ook een bar bijzit. Het ziet er voor Indiase begrippen erg gezellig uit, een oranje interieur met vrolijke lampjes. Hoewel er verder niemand zit, besluiten we om hier te gaan zitten en een biertje te drinken. Bier is hier maar 55 roepies! Het is apart om te zien, dat er zo’n 10 man personeel is. Zodra je bierglas leeg is, wordt het door een van de barmannetjes gelijk weer volgeschonken. Hij heeft nogal een aparte manier van inschenken. Hij heet trouwens Kamal.

In de loop van de middag komen er nog wat mensen binnen. ’s Avonds eten we hier ook. Ik bestel malai kofta en een naanbroodje, en we bestellen nog wat biertjes. Er gaat een bandje spelen. Ze doen er ruim een half uur over om het geluid te checken. Je zou denken dat dat ook wel in 5 minuten zou lukken, maar goed, het is erg komisch om te horen allemaal. Terug in het hotel is het ijskoud op de kamer.

Zaterdag 8 december

Pemayangtse Gompa
Vandaag huren we een auto met chauffeur, om ons naar Yuksom te brengen. Onderweg zijn er ook nog wat dingen die we kunnen bekijken, en de tocht daar naartoe is al leuk om te doen. Als eerste bezoeken we de Pemayangtse Gompa. Dit Tibetaanse klooster ligt op zo’n 10 km rijden vanaf Pelling. Het is erg kleurrijk om te zien. In het klooster is een groep monniken, waaronder veel jonge jongens, die druk in de weer zijn met trommels, fluiten en zingen. We nemen een kijkje in de tempel, die uit 3 verdiepingen bestaat.

Op de eerste verdieping zijn 2 grote ruimtes, met donkerrode vloeren muren. De wanden zitten vol met muurschilderingen, maar ze zijn redelijk gedateerd, want op veel plekken bladdert de verf ervan af. Op de tweede verdieping staat een enorm groot kunstwerk, een soort houtsnijwerk, van ongeveer 3 meter hoog. Het is ontzettend gedetailleerd, en helemaal beschilderd. In deze ruimte zijn de wanden ook beschilderd, en deze schilderingen zien er supermooi uit.

Het Khecheopalri meer
Nadat we de tempel bezocht hebben, rijden we verder naar het Khecheopalri meer. Alleen de rit hiernaartoe is al magnifiek, een gigantisch uitzicht over de bergen. Dit gedeelte van de weg is prima te doen, weinig hobbels en kuilen. Onderweg stoppen we nog bij een waterval. Bij het meer aangekomen moeten we eerst nog een stukje lopen. Het meer is zowel voor boeddhisten als hindoeïsten heilig, en je ziet er inderdaad de nodige Indische gezinnen lopen. Aan een van hen vraag ik of ik een foto van ze mag maken, en wat wel grappig is, dat zij ook met mij op de foto willen! Het meer is wel aardig om te zien. De Indiërs staan op blote voeten in de modder, aan de rand van het meer, om een offer te doen.

Yuksom
De weg richting Yuksom is helaas een stuk minder prettig als het eerste stuk van de rit. Op een gegeven moment houdt het asfalt op, en krijgen we er stenen, hobbels en keien voor in de plaats. Onderweg zien we dat ze wel met de weg bezig zijn. Mensen zitten langs de kant van de weg, en tikken grote keien een voor een in kleinere stukjes. Een stukje verderop zijn ze bezig om de weg te asfalteren. Zo te zien gaat het nog wel wat jaartjes duren voordat de weg helemaal af is, want het is een vrij primitieve machine die ze hiervoor gebruiken. Bizar om te zien.

Pemayangtse gompa bij Pelling

Ook al is het maar 18 km naar Yuksom, het lijkt een eeuwigheid te duren voordat we er zijn. Het scheelt dat we weinig tegenliggers hebben, want de weg is op de meeste plekken ontzettend smal. Aan de ene kant de berg, en aan de andere kant de afgrond. Dus veel uitwijkmogelijkheden zijn er niet.

Ngadhak Changchub Choling en Coronation Throne
Yuksom blijkt een klein schattig plaatsje te zijn. We gaan eerst een hapje eten bij Gupta. We bestellen samosa’s en pakora’s. Daarna gaan we de Ngadhak Changchub Choling bekijken (een gompa). Deze is minder indrukwekkend om te zien, vergeleken met de Pemayangtse Gompa bij Pelling. We lopen verder naar de Coronation Throne, die aan de andere kant van het dorp ligt.

Terug in het dorpje kopen Remco en Fred Tibetaanse vlaggetjes, die je in dit gebied overal ziet hangen. We gaan weer terug, de helse weg. En heel bizar, terug lijkt toch altijd korter. Binnen no time zijn we weer terug in Pelling. We chillen even op de hotelkamer, en eten ’s avonds in hetzelfde restaurant waar we gisteren hebben gezeten.