Zondag 9 december
We hebben de wekker op half 6 ’s ochtends gezet, om de zon op te zien komen. We hopen dat het niet te bewolkt is, dat je de bergtoppen van de Khangchengdzonga mooi kan zien. Het is nog donker als de wekker gaat, maar rond kwart voor 6 wordt het al lichter. Het uitzicht is echt helemaal top. Weinig wolken, dus we zien hoe de bergtoppen langzaam verkleuren van lichtgrijs naar blauw, naar roze, en uiteindelijk wit. Echt super om te zien.
Nu we toch wakker zijn, staan we op om een wandelingetje te maken. We ontbijten bij taatipaati, en gaan daarna even een kijkje nemen bij het heliplatform. Rond een uur of 11 checken we uit, en nemen een shared jeep richting Gurseong. We delen de jeep met een indiaas gezin. We krijgen wat mandarijntjes van ze. Marjolijn heeft nog wat pepernoten bij zich, die we weer aan hun geven. Best gezellig ritje zo.
In Jorethang aangekomen moeten we overstappen richting Kalimpong. We hebben al vrij snel een kaartje en een shared jeep geregeld, alleen duurt het nog even voordat de jeep vertrekt. Er moeten minimaal 10 mensen zijn, en er zijn er pas 8. Het duurt wel erg lang, dus op een gegeven moment betalen we de chauffeur 2 extra stoelen zodat hij kan vertrekken. De prijs valt mee, het is maar 60 roepies per stoel.
In Kalimpong aangekomen is het eerste hotel dat we bekijken, JP Lodge, 10x niks. Niet ver hiervandaan zit Deki Lodge, wat er al een stukje gezelliger uitziet. Kurseong is een stuk groter vergeleken met Pelling. Je merkt het gelijk, aangezien het hier drukker is op straat qua mensen en verkeer.
’s Avonds eten we bij Gompu’s. Ik bestel thee, alleen hebben ze er melk bijgedaan. Getver! Maar goed, het blijkt dat ze dat hier standaard doen, dus dat je bij het bestellen al aan moet geven dat je geen melk in je thee wilt. Terug in het hotel gaan we nog even buiten zitten, op ons terras. Gelukkig is het hier een stukje warmer ’s avonds dan in Pelling.
Maandag 10 december
Het hotel was toch niet zo’n succes. Vannacht hadden we weer een concert van straathonden, en vanmorgen 5 uur waren naast onze kamer de buren wakker geworden: een gezin met zo’n 10 kinderen. Ze zaten vanaf dat tijdstip druk te praten en een hoop herrie te maken. We besloten op zoek te gaan naar een ander hotel. In de lonely planet stonden er 3. De eerste twee waren niet echt bijzonder, maar de 3e, Homula’s Haven was ontzettend leuk. Vanaf de weg moest je eerst een steil stukje omhoog, het was een afgesloten terrein.
Homula’s Haven
Het was allemaal erg mooi aangelegd, veel planten en struiken, en verspreid over het terrein stonden hier en daar wat huisjes. Erg schattig. Als je met een trap omhoog ging, kwam je op een terras met groen gras, waar witte konijntjes rondhuppelden en wat ganzen en hanen liepen. En oja, ze hadden ook cavia’s. Nadat we een van de schattige huisjes hadden uitgezocht, bleven we hier even zitten om te ontbijten. Een heerlijk klaargemaakte omelet met een kopje thee erbij.
We horen van de eigenaar dat op het terrein ook orchideeën en andere planten gekweekt worden. Je kan inderdaad duidelijk zien dat ze hier groene vingers hebben. Na het ontbijt nemen we een taxi terug richting Deki Lodge, om daar uit te checken en onze spullen op te halen.
Kalimpong verkennen
Nadat we verhuisd zijn, gaan we Kalimpomg verkennen. Er zijn hier 3 gompa’s, 1 aan de ene kant van het stadje, en 2 aan de andere kant. Voor de eerste gompa regelen we een taxi, aangezien dat te ver lopen is. Onderweg stoppen we bij een papierfabriekje. We krijgen het hele proces te zien. Van een bepaalde plant wordt pulp gemaakt, dit gaat in een bak met water. Uiteindelijk wordt hier papier van geschept. Deze vellen worden onder een pers gelegd, om het water eruit te persen. In het bijbehorende winkeltje kopen we een kerstster van papier, en Marjolijn een lampje.
De taxi brengt ons verder, en dropt ons bij de gompa. Vanaf hier lopen we straks terug richting het centrum. Bij de tempel was een groep monniken cricket aan het spelen. Erg grappig om te zien.
In het centrum lopen we over een markt, en kijken hier en daar in een winkeltje. Ze verkopen hier de nodige Tibetaanse souvenirs. In een van de winkels kijken we naar een tibetaanse hoorn, van ongeveer 1,5 meter hoog. Je kunt hem inschuiven, dus op zich redelijk makkelijk te vervoeren. Voor 1700 roepies per stuk kopen Remco en Fred ieder een eigen toeter.
We gaan een hapje eten bij 3t/3g. Ze hebben hier heerlijke chocolade- of kaascroissants en andere lekkere broodjes. ’s Avonds eten we bij Holuma’s Haven. Voor het eten gaan we nog even bij het kampvuur zitten. Holuma’s Haven wordt gerund door een man en zijn vrouw. De vader van de vrouw zit ook bij het kampvuur. Hij heeft hele verhalen over de huidige ontwikkelingen in India, de armoede van bepaalde groepen, kinderarbeid en wereldpolitiek.
Dinsdag 11 december
Voor vandaag staat een kleine dagtocht op het programma. Vanuit het hotel regelen we een taxi richting Lava, een plaatsje ongeveer 35 km. van Kalimpong. Daar gaan we eerst naar de plaatselijke markt. Het stelt alleen niet zoveel voor, dus we zijn zo weer uitgekeken. We bezoeken nog een gompa, voor de verandering. Het is ontzettend bewolkt en koud vandaag. Beetje stom, ik had er niet zo op gerekend, en heb geen jas meegenomen. We lunchen nog wat, en gaan daarna een stukje lopen. De taxi dropt ons ergens. De taxichauffeur legt uit hoe we moeten lopen, en we spreken af waar hij ons weer op komt halen. Deze plek heeft hij ons op de heenweg al aangewezen.
Aan het begin van de tocht was het nog erg mistig, maar toen we eenmaal aan de wandeling begonnen waren, klaarde het op. Gelukkig maar, want dan konden we tenminste wat van het berglandschap zien. Het was een stevige wandeling, soms wat stukken klimmen. Als we langs een paar huisjes lopen, komt er een hond met ons meelopen. Hij achtervolgt ons zo’n 3 kwartier. Het heeft geen zin om hem weg te jagen, want het eigenwijze beest loopt net zo hard weer achter ons aan.
Het laatste stuk snijden we af, door het bos. We komen redelijk goed uit, op de plek waar we met de chauffeur hebben afgesproken. Op die plek zijn ze ook bezig om de weg te asfalteren. In oude tonnen hebben ze het teer zitten. Stukje bij beetje maken ze de weg, en ze gebruiken een omgebouwde tractor om de boel glad te maken. Erg bizar om te zien op wat voor primitieve dat gedaan wordt.
Terug in Kalimpong lunchen we weer bij 3t/3g, want de broodjes zijn wel erg lekker hier. We kopen gelijk wat te eten voor morgen, voor onze terugreis richting Bagdogra en Delhi. En ’s avonds eten we bij Gompa’s, waar we de eerste avond ook hebben gegeten.
Woensdag 12 december
Vandaag is weer een reisdag, en vliegen we om 15:20 terug, vanaf Bagdogra naar Delhi. We ontbijten voor het gemak in het hotel, aangezien het hotel wat ver uit het centrum ligt. Om 11:00 komt een taxi ons ophalen. We worden rechtstreeks naar het vliegveld gebracht, voor 1.000 roepies. Je kan ook met een shared jeep voor 700 roepies, maar dan moet je ook weer overstappen in Siliguri, dus de taxi leek ons een betere optie.
Onderweg krijgen we nog een lekke band. Gelukkig maar dat we ruim op tijd zijn vertrokken, scheelt een hoop gestress. In het eerstvolgende dorpje wordt de lekke band (wat nu het reservewiel) is, gelijk geplakt. Je weet natuurlijk ook nooit wat er verderop nog gebeurt. We zijn ruim op tijd op het vliegveld.
De vlucht heeft vanuit Bagdogra wat vertraging. Uiteindelijk komen we om 6 uur aan in Delhi. Nadat we onze tassen weer hebben, staat bij de uitgang onze chauffeur ons op te wachten. Hij zal ons de komende 16 dagen rondtoeren door Rajasthan. Vanuit Nederland hebben we een toer geregeld, auto met chauffeur + de overnachtingen in hotels. Op het parkeerterrein waar de auto staat, is het een enorme drukte. We moeten eerst 2 auto’s aan de kant duwen, aangezien we er anders niet eens uit kunnen. Ook op de weg richting het centrum is het een gekkenhuis. Wel weer even wennen.
Het hotel blijkt in dezelfde wijk te liggen als C-Park Inn, namelijk in Karol Bagh. Het hotel ziet er niet zo denderend uit. We krijgen een kamer met nogal rumoerige buren. Ze maken tot ongeveer 2 uur ’s nachts gigantische herrie.