Maandag 3 december / dinsdag 4 december
Dit keer gaat onze reis naar India. We vliegen via München naar Delhi, waar we 1 nachtje overnachten. De volgende morgen vliegen we vanaf Delhi naar Bagdogra, en vanaf daar gaan we richting Darjeeling. Op 12 december vliegen we weer terug naar Delhi, en gaan we een toer doen door Rajasthan. Voor de toer hebben we een auto met chauffeur geregeld.
De vlucht vertrekt om 17:00. We checken ruim van te voren in. Onderweg moeten we nog even overstappen in München, waar we om 18:30 landen. Een uurtje later vliegen we door naar Delhi. Het blijft lastig, slapen in een vliegtuig. En helaas lukt het mij dit keer ook niet. Wel een paar uurtjes de ogen dicht, dus toch nog soort van uitgerust.
We landen mooi op tijd, om 7:30 ’s ochtends. Het vliegveld ziet er behoorlijk aftands uit. Oude vloerbedekking, en slecht onderhouden. Nadat we door de douane zijn, en de tassen hebben gepakt, lopen we naar de aankomsthal. Op zondag 2 december hebben we via internet een hotel in Delhi geboekt, met pick-up service van het vliegveld. In de aankomsthal staan mannetjes klaar, met briefjes met namen van mensen die ze komen ophalen. We kijken of op een van die briefjes onze namen staan, maar helaas, onze naam staat nergens op. We vragen het nog na, en kijken ook buiten, of hij daar wellicht op ons staat te wachten. Na een tijdje zoeken besluiten we zelf maar een taxi te regelen.
We kopen een kaartje, voor een prepaid taxi en vertrekken richting het hotel. Het is een klein busje. Als we zitten, moeten we bukken omdat we anders ons hoofd stoten, zo laag is de bus. Behalve de chauffeur rijdt er nog een Indisch mannetje mee. Op zich wel handig, want de auto heeft geen zijspiegels. Als we wegrijden van het vliegveld, zien we al gauw dat het op sommige plekken een enorme puinhoop is. We rijden langs een veld vol met bouwafval, met hier en daar een hutje van golfplaten, waar blijkbaar mensen wonen.
Bij een rotonde rijdt het busje verkeerd. Een verkeersagent geeft aan dat de bus terug moet. Zonder op of om te kijken zet de chauffeur de auto in z’n achteruit, en geeft een dot gas. Kebeng, we knallen tegen de auto die achter ons staat. Alsof er niks gebeurd is, rijdt de chauffeur verder! Het is sowieso bizar om te zien hoe ze hier rijden. Wat eigenlijk 3 rijstroken zijn, wordt gebruikt als 5. Auto’s, tuktuks en brommers rijden zigzag door elkaar heen. Wat een chaos!
Onderweg blijkt dat de 2 mannetjes eigenlijk geen idee hebben waar ons hotel is. Op zich begrijpelijk, Delhi is natuurlijk een enorme stad. We hadden er zelf eerlijk gezegd op gerekend dat we door de pick-up service van het hotel zouden worden opgehaald, dus wij hebben zelf ook geen uitgebreide routebeschrijving bij ons. Na wat mislukte zoekpogingen, vragen ze aan iemand de weg. Als ze het na 3x de weg vragen weer aan iemand vragen, stapt de Indiër in om een stukje mee te rijden.
Op een gegeven moment zie ik een reclamebord van het hotel, met een pijl rechtdoor. En jawel, in die straat staat ons hotel! Het blijkt inmiddels al 10 uur te zijn, dus we hebben er zo’n 1,5 uur over gedaan.
Bij de receptie wordt wel duidelijk waarom we niet van het vliegveld zijn opgehaald. De kamer was namelijk ook niet geboekt. Ik laat het bewijs van de internet-reservering zien. De man achter de receptie gaf aan dat we even konden gaan zitten. Hij ging vervolgens wat telefoontjes plegen.
Het bleek dat de hele internetreservering niet aan het hotel was doorgegeven. Uiteindelijk kregen we een kamer. We dropten onze tassen, en gingen even wat bijslapen. Rond een uur of 1 werden we weer wakker, en besloten we weer op pad te gaan. We gingen eerst de Jantar bezoeken. Hier waren in de 18e eeuw bouwwerken neergezet om astrologische berekeningen mee te kunnen doen. We gingen vanaf het hotel naar Jantar met een tuktuk, voor 50 roepies.
Wat een chaos, dat verkeer! Zo’n eerste dag weet je echt niet wat je meemaakt. Ze zigzaggen langs elkaar heen. Er wordt druk getoeterd. Nadat we de Jantar hadden bekeken, namen we een tuktuk richting het Rode Fort. Daar aangekomen dropte de chauffeur ons. Het bleek alleen dat de ingang nog een stukje verder was. We liepen over een brede stoep richting de ingang. Overal op de stoep stonden of zaten mensen. Sommige stukken liepen we maar even over straat, omdat de stoep hier en daar als wc werd gebruikt.
Bij het fort aangekomen kochten we voor 100 roepies per stuk entreekaartjes. We liepen door een poort. Er was eerst een gang met allerlei souvenirwinkeltjes. Voorbij de gang was een soort parkje, met hier een daar gebouwen. In een van de gebouwen was een militair museum wat we bezochten. Er liepen ook vrij veel Indiërs rond. Een stuk verderop stonden badhuizen, gemaakt van wit marmer. Op de pilaren was het versierd met bloemen. Mooi om te zien.
Vanaf het Rode Fort terug naar het hotel in Karol Bagh
Rond half 5 liepen we weg bij het fort. De zon was inmiddels al aan het zakken, en we moesten nog terug. We besloten terug te gaan naar het hotel, om daar ergens een hapje te gaan eten. Het was nog lastig om terug te komen bij het hotel. We dachten dat het hotel niet zo ver van het Rode Fort vandaan was, dat het op zich op loopafstand lag. We polsten bij een paar tuktukchauffeurs wat het kostte. Maar de meesten wisten niet eens waar het was, of ze vroegen teveel naar ons idee. Ook afdingen schoot niet op. We liepen een stuk. Toen we onderweg wat eten en drinken kochten, vroegen we de weg naar het hotel. Ze gaven aan dat het nog behoorlijk ver was, te ver om te lopen. Buiten konden we moeilijk een tuktuk vinden. Na een tijdje vonden we er een. Maar helaas, blijkbaar wist hij ook niet waar ons hotel was, en werden we in de verkeerde wijk afgezet. Inmiddels was het al donker geworden.
Bij een hotel vroegen we opnieuw de weg. Uiteindelijk legden we een stuk van de rit af met een fietsriskja, en zelfs een stuk met de stadsbus.
Dat was nog een hele belevenis, de bus komt voorbij rijden, dan is het een kwestie van rennen om tsjoep, in de rijdende bus te springen! Na lang zoeken waren we wel in de wijk van het hotel terecht gekomen, maar moesten we nog zoeken waar het nou was! Wat een chaos. Al die straten lijken ook zoveel op elkaar, en zeker in het donker is het lastig om je te oriënteren. Na zo’n 20x de weg vragen, kwamen we rond 8 uur we pas weer aan in het hotel. We bestelden wat te eten via de room service. Dat was best te doen. ’s Nachts was het lastig slapen. Hoewel we moe waren, was het op straat tot diep in de nacht rumoerig. En ook in de gang van het hotel werd een hoop herrie gemaakt door andere hotelgasten.