Vrijdag 5 april
Vanmorgen na het uitgebreide ontbijt zijn we uitgecheckt. We nemen vandaag de trein naar Dalhousie, waar we morgen om 2 uur opstaan om de Adam’s Peak te beklimmen, wat heel erg leuk schijnt te zijn.
Het is een klein stukje lopen naar het treinstation, nog geen 10 minuten. We zijn er rond 8.15. Ruim op tijd, want de trein vertrekt pas om 8.40 (denken we). De trein laat nog even iets langer op zich wachten, het wordt 9 uur. We hebben een paar dagen geleden al de kaartjes 2e klas gekocht.
Het is een leuk ritje, door de theeplantages, wel wat mistig. Rond de middag ergens komen we aan, en vanaf het station pakken we de bus naar Dalhousie. Voor de zekerheid hebben we al een guesthouse geboekt, Punsisi. Deze werd ons in Kandy aangeraden, en hebben we van te voren al geboekt voor 2 nachtjes. Alleen daar aangekomen is het echt oude zooi. Best jammer dus. Als we hebben ingecheckt, zegt de jongen van het guesthouse dat het beter is om al je waardevolle spullen, zoals geld en paspoort in het guesthouse achter te laten als je de Adam’s Peak gaat beklimmen. Lijkt mij echt de grootste waanzin, ik heb hier niks over gelezen of gehoord. We hebben er gelijk een beetje raar gevoel bij . Fred wil eigenlijk direct nog weg uit dit dorp, er hangt een beetje een raar sfeertje. We hebben inmiddels wel weer trek, en gaan bij Slightly Chilled lunchen. In het plaatsje Dalhousie is werkelijk niks te doen. ’s Middags drinken we thee bij the White House, en ’s avonds eten we bij Slightly Chilled. Die avond gaan we niet te laat slapen, want de wekker gaat alweer om 02:00. Het guesthouse ligt vlakbij een plein, waar veel herrie vanaf komt.
Zaterdag 6 april
Ik schrik wakker van de wekker. Binnen een paar seconden weet ik weer waar ik ben en waarom we zo idioot vroeg opstaan. Snel opstaan, aankleden en op pad. We zijn een van de eersten. Het eerste stuk is nog vrij vlak, langs kraampjes waarvan praktisch alles nog dicht is. Dit vrij vlakke stuk houdt best lang aan. Uiteindelijk begint het echte klimwerk. Eerst gewone trappen en treden. Het laatste stuk wordt steeds steiler. Om de paar honderd meter is er een kraampje met drinken, en bankjes om even bij te komen. Al om 4:30 zijn we boven. Ik had al zo’n vermoeden dat we te vroeg boven zouden zijn, met ons looptempo. Het is vies koud hierboven en het waait behoorlijk. Bovenop de berg is een tempel, waar je omheen kan lopen. Nog 1,5 uur wachten totdat de zon opkomt. Opvallend is dat als we boven aankomen, er al veel Srilankanen zijn. Die zijn waarschijnlijk al vannacht, of gisterenavond omhoog geklommen.
De zonsopgang is totaal niet spectaculair. Aan de kant waar de zon opkomt staan allerlei dingen van het gebouw in de weg, je hebt geen mooi uitzicht. Daarnaast is het ook vrij bewolkt. Rond half 7 hebben we het wel gezien, en beginnen we weer met de tocht naar beneden. Dan ben je ook wat weg voor de drukte, het eerste stukje weer naar beneden is namelijk nogal smal. Al een klein stukje naar beneden is het uitzicht al een stuk beter, zonder obstakels. De zon komt nu ook wat meer door de wolken. In een vrij rap tempo gaan we weer die duizenden treden naar beneden.
We hebben besloten om straks uit te checken, en de gok te wagen om vandaag de trein naar Haputale te pakken. Rond half 9 checken we uit en niet veel later zitten we in de bus naar Hatton, waar we rond half 11 aankomen. Om 11 uur gaat er een trein naar Haputale. Er is nog geen loket open, maar uiteindelijk lukt het om een kaartje te bemachtigen. Rond 11:20 is de trein er. In het begin hebben we nog geen zitplaatsen, maar halverwege stappen er veel passagiers uit en hebben we gelukkig een zitplaatsje. Het uitzicht is fantastich! Rond half 2 komen we aan in Haputale. Vanaf daar pakken we een tuktuk naar het guesthouse , net iets buiten het centrum. Een prima plek.
Na een frisse douche en een sandwich als late lunch relaxen we wat. Toch wat moe van het vroege opstaan doen we een kort middagslaapje. ’s Avonds eten we in het guesthouse, een heerlijk rijst met curry, met 5 verschillende groentes.